De heer X is veroordeeld tot een gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging vanwege doodslag van zijn vrouw, tevens de moeder van zijn kinderen. Hij is gediagnostiseerd met onder andere een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische kenmerken. Deze stoornis hangt samen met zijn delict, waarbij hij vanuit krenkingsgevoeligheid zeer boos wordt, zijn gevoelens niet kan hanteren en controle verliest over zijn gedachtes en gedrag. Vanuit een combinatie van functionele beperkingen heeft hij zijn delict gepleegd. In het verleden en tijdens detentie deed hij een suïcidepoging. Daarbij toont een risicotaxatie aan dat het risico op herhaling van agressief delictgedrag hoog is.
De risicotaxatie toont een gebrek aan copingvaardigheden, impulsiviteit en vijandigheid als sterk aanwezige actuele risicofactoren. Deze problemen komen vanuit de delictanalyse ook naar voren als belangrijke delictgerelateerde risicofactoren. Op basis van zijn functioneren tijdens opname stelt het behandelteam een Vroegsignaleringsplan (VSP) op, waarbij (de vroegsignalen van) spanningsopbouw, impulsiviteit en vijandigheid een belangrijke plaats innemen. Bij de behandelplanbespreking worden behandeldoelen met bijpassende interventies opgesteld waaraan de heer X het komende half jaar werkt. In zijn behandelplan wordt ook een behandeldoel opgenomen over suïcidaliteit. Dit wordt daarnaast in zijn VSP verwerkt. Het daarop volgende half jaar volgt de heer X intensieve behandeling ter verbetering van zijn copingvaardigheden en emotieregulatie. Milieutherapie op de afdeling, psychotherapie en het volgen van passende dagbesteding zijn belangrijke behandelonderdelen. Voor de volgende behandelplanbespreking vullen zijn behandelaren en zijn coach de Routine Outcome Monitoring (ROM) vragenlijst in. Daarin wordt zichtbaar dat hij in zijn behandeling enige vooruitgang heeft geboekt, waarbij zijn functioneren op deze risicofactoren iets is verbeterd. Hierop worden de behandeldoelen aangepast. De heer X wil graag het contact met zijn kinderen herstellen. Vanuit de meldcode en zijn voorgeschiedenis worden hierbij risico’s gezien. Het behandelteam besluit de mogelijkheden te onderzoeken en Veilig Thuis hierbij te betrekken.
Vanwege de relevantie van deze instrumenten, zijn ze binnen de risicogestuurde zorg als kwalitatieve indicatoren aangemerkt. Hierop wordt met audits en door inspecties getoetst op aanwezigheid en kwaliteit. Hieronder worden de belangrijkste instrumenten uitgelegd, met daarbij in het kort wat eronder wordt verstaan, bij welke patiënten ze worden toegepast en welke beleidskaders hierover te vinden zijn in het documentbeheersysteem van Fivoor.