Jacqueline Bretka
GZ-psycholoog Ambulant Centrum Breda
Freek
cliënt
Wat je meemaakt vormt je. Het kan een gezonde ontwikkeling van je persoonlijkheid in de weg staan en psychische stoornissen tot gevolg hebben. Soms laten mensen daardoor gedrag zien dat henzelf of anderen in gevaar brengt. Om het risico daarop te beperken, behandelt en begeleidt Fivoor mensen bij wie die kwetsbaarheid bestaat. Een traject met pieken en dalen. Jacqueline Bretka is GZ-psycholoog bij het Ambulant Centrum Breda waar Freek een van haar cliënten is. Samen zetten ze de deur van de spreekkamer op een kier en vertellen over Freeks behandeling: ‘Het is elke sessie opnieuw afstemmen: wat is er vandaag nodig?’, zegt Jacqueline.
‘Uiteindelijk moet je het wel zelf doen’, valt Freek haar snel bij. ‘Ik ben mijn eigen hulp. Maar de mensen die ik bij Fivoor heb leren kennen zijn mensen die me willen helpen. Hier krijg ik handvatten. Ook al staan de adviezen die ik krijg soms heel ver af van wat ik vind of voel, en al kan het soms even duren voordat ik ze uitprobeer, als ik het nooit probeer gaat het ook nooit lukken. Het is niet zo dat als je naar binnen loopt de problemen die je in jaren hebt opgebouwd zijn opgelost als je weer buiten staat.’ Jacqueline vult aan: ‘We zijn veel bezig met: wat kun je zelf doen om je problemen kleiner te maken? Zie je dat je zelf stappen moet maken? Dat levert soms conflicten op, maar die lossen we ook weer op.’
Natuurlijk heeft mijn jeugd eraan bijgedragen dat ik bepaald gedrag liet zien, maar andere mensen hoeven niet te lijden onder mijn lijden.
Het zijn mensen
‘Zo erg verschillen mijn cliënten niet van mij of iemand anders’, gaat ze verder. ‘Als psycholoog is dit een plek waar ik het verschil kan maken. Cliënten kunnen echt vast zitten in hun gedachten en gevoelens, maar dat kan ook weer loskomen.’ Al tijdens haar studie raakte ze ervan overtuigd dat ze in de forensische zorg wilde werken: ‘Niemand wordt slecht geboren. Mensen maken dingen mee waardoor het zo uit de hand loopt dat er slechte dingen gebeuren, ze de verkeerde keuzes maken. Maar niemand droomt ervan om de criminaliteit in te gaan. Ik wilde graag mensen waarvan de maatschappij zegt “die zijn niet te helpen” wél helpen.’ Haar keuze voor het werken met juist deze doelgroep stuit ook wel eens op weerstand in haar omgeving, vertelt ze: ‘Mensen vragen: waarom? Ik denk dan: je zou gewoon eens een dag moeten meelopen. Iedereen heeft een verhaal. Het zijn mensen!’ Freek: ‘Maar omdat ik een slechte jeugd heb gehad rechtvaardigt dat nog niet mijn gedrag. Daarmee praat je het nog niet goed. Natuurlijk heeft mijn jeugd eraan bijgedragen dat ik bepaald gedrag liet zien, maar andere mensen hoeven niet te lijden onder mijn lijden.’ Al verklaart het wel veel volgens Jacqueline: ‘Het is ook moeilijk om te accepteren dat je leven gegaan is zoals het gegaan is.’
Andere realiteit
‘Ik moet eigenlijk bij het begin beginnen’, gaat Freek verder. ‘Toen ik heel klein was wist ik al dat wat er bij mij thuis gebeurde niet normaal was: alcoholisme, huiselijk geweld, huisuitzetingen, schulden … Ik leerde liegen, manipuleren, mensen iets wijsmaken wat niet waar was, en zo overtuigend dat het geloofwaardig werd. Als ik bij andere kinderen thuis kwam zag ik heel andere dingen, maar het was wel mijn realiteit. Dus het was overleven. Je moet er doorheen, want je hebt geen andere optie.’ Anderen signaleerden weliswaar dat hij hulp nodig had, maar dat kwam nooit goed van de grond. Van lieverlee raakte Freek daardoor in een neerwaartse spiraal: ‘Ik begon op de middelbare school met havo-vwo. Niemand in mijn familie had dat ooit gedaan. Mijn ouders konden me niet helpen met mijn huiswerk, interesseerden zich er niet voor en als je dan niet het gevoel hebt dat je gesteund wordt krijg je het moeilijk. Ik was zo druk bezig met zorgen dat het thuis rustig bleef, dat het ten koste ging van school. Dat ik naar het vmbo moest was eigenlijk de doodsteek. Ik voelde me dom. Daar heb ik de verkeerde vrienden leren kennen. We spijbelden en gingen naar de coffeeshop. Als je daar maar vaak genoeg komt, dan komen er vanzelf mensen op je af die vragen: moet jij niet op school zitten? Dan vertel je je verhaal en zeggen ze: oh, wij kunnen je wel wat bieden hoor. Ze geven je een vaderlijk gevoel. En van het een komt dan het ander.’
Rigoureuze stappen
Freek belandde in het criminele circuit, maar leerde uiteindelijk zijn huidige vrouw kennen met wie hij een gezin stichtte. Zij werd de drijvende kracht achter de stappen die hij zette om zijn leven te veranderen. ‘Ik wilde veranderen voor mijn kinderen. Want dat is wat vaak gebeurt, dat een verhaal van generatie op generatie wordt doorgegeven. Wij wilden die cirkel doorbreken. Toch kun je kunt niet zomaar zeggen: ik stop ermee, want in die wereld is het eten of gegeten worden.’ Het lukte hem om afstand te nemen, al was daar ook een verhuizing naar een ander deel van Nederland voor nodig: ‘Als je in dezelfde stad blijft wonen dan is de kans dat je terugvalt groot, want daar kent iedereen je. We hebben alles achter ons gelaten.’
Met hulp van zijn huisarts kwam hij uiteindelijk bij Fivoor: ‘Daar kreeg ik tijdens de groepstherapie echt een spiegel voorgehouden. Ik zag mensen die om veel kleinere dingen boos werden dan ik. Toen dacht ik: anderen die naar mij kijken denken ook: waar wordt hij boos om? Dat was best heftig.’
Niet opgeven
Na de groepstherapie ging Freek in individuele therapie om zijn problemen en gedrag verder te onderzoeken. Ondanks dat hij een klik had met Jacqueline, was het opbouwen van een vertrouwensband niet makkelijk. ‘Het was voor hem heel lastig om te begrijpen dat een behandelrelatie niet nep is. De eerste keer dat we elkaar spraken vroeg Freek: welk nummer ben ik?’, zegt Jacqueline, ‘hij kan in zak en as zitten als hij binnenkomt, vol wantrouwen en “wat heb ik er eigenlijk aan dat ik hier kom?”. Gelukkig kennen we elkaar nu zo goed dat dat ook besproken kan worden.’ Freek vult aan: ‘Ik weet waarom ik hier ben, maar als er veel druk is nemen mijn gedachten een loopje met me en zie ik alles negatief. Dan moet ik echt bij mezelf te rade gaan: klopt wat ik denk nou, of ben ik mezelf gek aan het maken? Want ik ben niet iemand die anderen meteen vertrouwt, dat duurt een tijdje. Het is een kwestie van elkaar aanvoelen.’ Veranderen blijft een kwestie van vallen en opstaan, geeft Jacqueline aan: ‘Als psycholoog zie je een traject voor je: je begint met motiveren en als dat lukt kun je gaan behandelen. Maar het kan ook heel erg wisselen. Voor Freek is het belangrijk dat hij kan leren om onder druk van emoties anders te reageren, niet op te geven, in zichzelf te blijven geloven en te weten wie hij is. Er speelt een hele hoop onzekerheid en angst mee. Hij heeft wel eens gezegd: “Ik weet wie ik geworden ben, maar wie ben ik echt?”’
Je levenspad is je levenspad. Ik kan er niets aan veranderen, maar wel stappen zetten om het in de toekomst anders te laten zijn.
Naar een nieuwe toekomst
Je levenspad is je levenspad’, gaat Freek verder, ‘Maar stel je voor dat je al die schillen eraf trekt, stel ik had een andere jeugd gehad … waar had ik dán nu gestaan? Ik kan niets aan mijn verleden veranderen, maar wel stappen zetten om het in de toekomst anders te laten zijn.’ Het blijft een proces, zegt hij: ‘Op dit moment ben ik arbeidsongeschikt en dat is frustrerend. Dat voelt toch alsof je een beetje mislukt bent in je leven. Ik mankeer niets aan mijn handen of aan mijn benen, ik heb een goed stel hersens … Ik wil niet zo jong al achter de geraniums gaan zitten. Maar in het verleden ging het juist met school en werken fout. Ik wil leren accepteren dat ik een andere invulling aan mijn leven moet geven. Want ik wil ook graag nog iets toevoegen aan de maatschappij.’ Jacqueline: ‘We praten veel over wat hij wel kan doen en wat hij nodig heeft om daar te komen. Hij heeft een andere vorm van bezig zijn nodig. Dus we kijken naar welk soort vrijwilligerswerk bij Freek zou passen en welk werk niet. We zijn nu op een punt dat hij zijn creatieve kant gaat onderzoeken.’ Freek veert op: ‘Ik leer nu pas dat ik ook andere kwaliteiten heb. Dat ik iets moois kan maken, iets kan doen wat ik leuk vind en dat als ik dat doe, ik aan niks anders denk dan alleen daaraan. Dat heb ik nog nooit zo ervaren. Maar de drempel is elke keer hoog.’ Hij legt de lat ook behoorlijk hoog voor zichzelf, menen ze beiden. ‘Ik stel heel erg hoge eisen aan mezelf. Nu probeer ik milder te worden. Ik wil graag op een normale manier het hoofd boven water kunnen houden en er voor mijn kinderen zijn.’