Trauma
Trauma betekent eigenlijk: wond. Het is een emotionele beschadiging die is ontstaan na het meemaken van een schokkende gebeurtenis. Als het verwerken van een dergelijke gebeurtenis niet goed lukt, blijven er klachten bestaan die het dagelijks leven verstoren. Zowel volwassenen als kinderen kunnen een trauma ontwikkelen.
Oorzaak trauma
Een gebeurtenis die een intens gevoel van machteloosheid oproept bij de persoon in kwestie noemen we traumatisch. Daarbij zorgt de gebeurtenis voor een acute verstoring in het leven. De normale loop van het bestaan wordt doorbroken. Had de persoon tot aan de gebeurtenis het vooruitzicht op een leven dat zich in een bepaalde lijn zou ontwikkelen, daarna ervaart hij of zij het leven als compleet veranderd.
Er zijn heel veel gebeurtenissen die tot trauma’s kunnen leiden:
- Acute, onverwachte schokkende gebeurtenissen, zoals een ernstig auto-ongeluk of brand, maar ook een scheiding. Er is sprake van een eenmalige traumatische ervaring die duidelijk is afgebakend.
- Schokkende gebeurtenissen die veel langer achtereen optreden (bijvoorbeeld ernstige verwaarlozing, seksueel misbruik, huiselijk geweld of, bij vluchtelingen, oorlogsgeweld) en die zich kenmerken door permanente dreiging en zich herhalende schokkende ervaringen. Het gaat dan om herhaalde en vaak ook langdurige traumatisering.
Voor het verwerken van een schokkende gebeurtenis is tijd nodig. Als die verwerking te lang duurt, of helemaal uitblijft, is er sprake van een trauma. Iemand kan dan niet meer normaal functioneren, bijvoorbeeld omdat hij probeert bepaalde alledaagse situaties te ontwijken. De verschijnselen van een trauma zijn divers. Mensen kunnen last hebben van nare gevoelens, nachtmerries en herbeleving van de traumatiserende gebeurtenis. Ook kan men lijden aan angsten, slaapstoornissen, geheugenverlies, gespannen zijn, prikkelbaar en boos zijn en depressieve gevoelens.
Posttraumatische stress (PTSS)
De reacties op een traumatische gebeurtenis kunnen direct na de gebeurtenis ontstaan. Maar het kan ook gebeuren dat de reactie pas (veel) later komt. Deze vorm van trauma heet posttraumatische stress en komt vaak voor na langdurige stresssituaties als (oorlogs)geweld of seksueel misbruik. Kenmerkend voor posttraumatische stress is de herbeleving van het gebeurde (in nachtmerries, flashbacks of herhalend spel), overdreven waakzaam zijn en het vermijden van situaties die aan de gebeurtenissen doen denken.
Trauma bij volwassenen
De verschijnselen van een trauma zijn divers. Volwassenen kunnen last hebben van nare gevoelens, nachtmerries en herbeleving van de traumatiserende gebeurtenis. Ook kan men lijden aan angsten, slaapstoornissen, geheugenverlies, gespannen zijn, prikkelbaar en boos zijn en depressieve gevoelens.
Trauma bij kinderen
Kinderen kunnen op heel verschillende manieren reageren op traumatische gebeurtenissen.
- Peuters en kleuters worden bijvoorbeeld prikkelbaar en ze krijgen slaapproblemen en lichamelijke ziekteverschijnselen, zoals diarree. Naast angstig en teruggetrokken gedrag en separatieangst kan er ook sprake zijn van terugval in kinderlijk gedrag (bijvoorbeeld weer in bed plassen of op de duim zuigen) en van woede-uitbarstingen.
- Lagere schoolkinderen kunnen nachtmerries krijgen of de gebeurtenis steeds weer opnieuw beleven. Sommige kinderen trekken zich helemaal terug in een eigen wereld, andere worden juist agressief. Ook kunnen zich problemen voordoen op school door bijvoorbeeld concentratieproblemen.
- Adolescenten kunnen of erg meegaand en teruggetrokken worden of juist erg agressief en opstandig. Dit kan leiden tot ruzies met ouders en problemen op school.
Seksueel misbruik
Seksueel misbruik is voor een kind of jongere een traumatische ervaring. Zowel voor het kind als voor de betrokken ouder(s). Het is een onderwerp waar het kind en de ouders het liever niet over willen hebben, maar als het is gebeurd dringt het zich steeds weer op.
Seksueel misbruik kan veel geestelijke en ook lichamelijke gevolgen hebben. Kinderen kunnen last krijgen van onder andere:
- Angst om alleen te zijn, om naar de wc te gaan, om langs bepaalde plekken te lopen;
- Onzekerheid over zichzelf, het uiterlijk, de eigen gezondheid;
- Schaamtegevoel, bijvoorbeeld over het eigen lichaam, over bloot-zijn;
- Schuldgevoel over wat is gebeurd;
- Slaapproblemen zoals inslaapproblemen of nachtmerries;
- Woedebuien op voor ouders onverwachte momenten;
- Teruggetrokken gedrag, zoals verdrietig zijn, zich afsluiten;
- Geseksualiseerd gedrag zoals overmatige belangstelling voor seksualiteit, seksueel getinte spelletjes doen;
- Lichamelijke problemen zoals buikpijn of bedplassen.