Voor mensen met een strafrechtelijk verleden en een psychiatrische aandoening is bijna nergens meer plaats. Maar regiebehandelaar Malgosia van Hoepen en manager zorg Lila van de Sande van de Forensisch Psychiatrische Kliniek in Poortugaal geven juist deze patiënten graag een tweede, derde en zelfs vierde kans. ‘Wij hebben een asielkattencomplex.’ Lees hieronder het verhaal van Mariet en Irene dat gepubliceerd is in het GZ-Psychologie magazine.
Paradijsvogels
Ver weg van de bebouwde kom van Poortugaal liggen de tbs-kliniek, de Forensisch Psychiatrische Kliniek en de Forensisch Psychiatrische Afdeling van Fivoor. ‘Het grootste verschil tussen de laatste twee is de mate van beveiliging’, vertelt Malgosia van Hoepen, die er werkt als gz-psycholoog en regiebehandelaar. ‘De FPK heeft bijvoorbeeld een hek, de FPA niet. En overal hangen natuurlijk camera’s. Maar afgelegen of niet: met al onze ‘paradijsvogels’ is het hier juist een levendige boel.’
Laatste halte
Van mensen met schizofrenie en acute psychiatrische problematiek tot manisch-depressieve mensen die al twintig jaar ggz-ervaring hebben, en alles daartussen: ‘Het enige dat onze patiënten gemeen hebben, is een strafrechtelijk verleden’, vertelt manager zorg en klinisch psycholoog Lila van de Sande. ‘Of ze hebben zoveel problemen dat ze elders niet meer terecht kunnen voor langdurige behandeling.’ Van Hoepen: ‘Wij hebben een ‘asielkattencomplex’. De voldoening zit erin als je na een paar jaar een berichtje krijgt dat het goed met iemand gaat na een tweede, derde en soms zelfs vierde kans.’
Onvoorspelbaar
Wat het werk op de FPK en FPA uniek maakt, is de combinatie van behandelen én beveiligen. Van de Sande: ‘Mensen hebben behandeling nodig, maar we moeten ook steeds inschatten of het veilig is dat zij naar buiten gaan. Sommige patiënten kunnen het aan de oppervlakte goed doen, maar hebben onderhuids een psychiatrische aandoening die ze onvoorspelbaar maakt. Voor mij is dat de drijfveer om dit werk te doen: niet wegkijken van mensen die overal worden uitgekotst, maar hen helpen om goed naar buiten te komen. De uitstroom is een belangrijk deel van het werk.’
Weinig incidenten
Het precies volgen van behandelprotocollen zit er niet in. Van Hoepen: ‘Je komt weerstand tegen. Om toch je behandeldoel te bereiken, heb je creativiteit en durf nodig. En flexibiliteit: er zijn regelmatig crisissituaties die je agenda overhoop gooien.’ Soms is dat spannend, zoals die keer dat ze slecht nieuws moesten vertellen aan een grote, breedgeschouderde man. Lila van de Sande: ‘Maar door onze enorme alertheid op veiligheid zijn hier juist minder incidenten dan op veel andere plekken in de ggz.’
Veel lachen
Bovendien: vaker wordt er gelachen, zowel met collega’s als met patiënten. ‘Nu ik zwanger ben, zie je veel patiënten zorgzamer en respectvoller met me omgaan’, vertelt Malgosia van Hoepen. ‘Van de week waren ze vispasteitjes aan het maken en wilde een patiënt voor de grap iets naar mijn hoofd gooien. Niet doen, riep een ander. Ze mag nu geen rauwe vis!’