Rosa
lid naastbetrokkenenraad
De patiënten en cliënten van Fivoor komen uit alle lagen van de bevolking en hebben diverse culturele achtergronden. Ook voor de naastbetrokkenenraad (NBR) is dat een onderwerp waar ze aandacht voor wil hebben. Want Nederland is dan wel een multiculturele samenleving, het is volgens Rosa niet vanzelfsprekend dat je elkaar begrijpt. Zelf is ze, net als haar neef, geboren op Curaçao. Hij is opgenomen in FPC de Kijvelanden. Daarom werd ze lid van de NBR: ‘Ik kan als niet-autochtone Nederlander, als zwarte vrouw, vertellen over onze ervaringen.’
‘En als professional’, haast ze zich toe te voegen,’ want in mijn dagelijks leven ben ik sociaal werker.’ Ze kwam toevallig in contact met de NBR: ‘Ik ging naar de open dag van het FPC, kwam de zaal binnen en de voorzitter liep meteen naar me toe om te vertellen over de NBR. Ze hadden nieuwe leden nodig. Of ik lid wilde worden? Ik heb erover na moeten denken, want op dat moment wist ik niet zeker of ik er genoeg energie voor had. Maar ik voelde me wel aangesproken, omdat er zoveel onbegrip is over de belevingswereld van andere culturen. Ik weet waar gevangenen, patiënten en soms ook medewerkers met een andere culturele achtergrond tegenaan lopen. Het zou goed zijn om te onderzoeken hoe andere patiënten en hun naasten dat ervaren.’
Het is een genoegen om te zien dat mijn neef nu inzicht krijgt in hoe hij functioneerde en dat aanpakt om zijn leven te verbeteren.
Gedeelde geschiedenis
Omdat ze in de NBR haar eigen kennis en ervaring zou kunnen inzetten voor anderen, besloot ze toch lid te worden van de NBR: ‘Daar heb ik als mens de kans om daadwerkelijk iets te betekenen op microniveau. Want er ontstaat wel verandering in de maatschappij, maar nog niet op alle gebieden. Er is zo weinig besef van wat het voor zwarte mensen betekent om in Nederland te wonen, problemen te hebben, om gediscrimineerd te worden zodat we ons uit zelfbescherming of terugtrekken, of assertief zijn wat regelmatig bestempeld wordt als agressief … Op die open dag waren er niet veel mensen en bijna geen mensen van andere culturen. Ik was volgens mij de enige.’ Begrip begint volgens Rosa met het besef dat culturele verschillen ook ontstaan door onze gedeelde geschiedenis, die we elk vanuit een ander perspectief beleven en van generatie op generatie doorgeven. Daarom is ze ook blij dat er steeds meer bekend wordt over de invloed van de slavernij voor de tot slaaf gemaakten en hun nakomelingen: ‘Ik ben bezig met het verhaal van mijn voorouders en nu ik de patronen zie, begrijp ik waarom dingen gaan zoals ze gingen, begrijp ik wat er gebeurt. Het is echt een genoegen om te zien dat mijn neef nu ook inzicht krijgt in hoe hij functioneerde. Hij probeert naar zijn en onze patronen te kijken en dat aan te pakken om zijn leven te verbeteren.’
Duurzame verandering bewerkstelligen
Ze schetst een kort beeld van de manieren waarop het verleden en onwetendheid onbewust doorwerken in het heden: ‘Een Nederlands kind dat bij mijn neef thuis kwam spelen zei: “Mijn vader zegt dat jullie allemaal dieven zijn”. En op school zei de juffrouw over hem: hij zal wel niet verder studeren en met zijn handen gaan werken. Tegen mij zeiden mensen wel eens: goh je spreekt best goed Nederlands. Maar ik ben Curaçaos, ik heb onderwijs gehad in het Nederlands, van Nederlandse docenten. We kennen de Nederlandse cultuur op ons duimpje! Helaas komen dit soort dingen nog steeds voor.’ Om duurzame verandering te bewerkstelligen pleit ze ervoor dat er al op jonge leeftijd veel meer aandacht komt voor cultuurverschillen, omdat het kan voorkomen dat kinderen en jongeren al vroeg in de knel komen, zoals bij haar neef het geval was: ‘Van kinds af aan is er al hulp gezocht voor mijn neef, maar het werd alleen maar erger. In onze familie spelen veel traumatische ervaringen mee en kinderen opvoeden en trauma’s, dat gaat niet altijd goed samen. Omdat we in Curaçao vastliepen zijn we naar Nederland gekomen, want de wereld daar is klein, je komt elkaar overal tegen, dus ook in de hulpverlening. Maar ook hier was geen begrip en toen hij achttien werd wisten ze zich geen raad meer met hem en sloten de hulp af. Ook omdat er bij professionals in die tijd te weinig kennis over culturele verschillen was.’
Naasten als ervaringsdeskundige
Diversiteit is ook niet specifiek een cultureel onderwerp vindt ze, het gaat over iedereen: ‘Hoe denk je over mensen uit een andere sociale klasse, met een andere kledingstijl of opvattingen? Zeker als je met mensen werkt moet je bij jezelf nagaan: wat gebeurt hier? En altijd kijken naar het individu. Toen ik in de vrouwenopvang werkte, vroeg ik vrouwen: hoe ga je in jouw cultuur met dingen om? Daarna legde ik dan uit hoe daar in Nederland tegenaan gekeken wordt. Mijn neef trekt zich bijvoorbeeld vaak terug op zijn kamer, dan wordt er al snel gezegd: hij is niet sociaal. Toen heb ik uitgelegd dat hij zo vaak in de gevangenis heeft gezeten dat hij nu zijn rust zoekt om zichzelf te leren kennen, te kunnen verbeteren. En als naasten zijn we ook ervaringsdeskundigen’, verduidelijkt ze, ‘Want we kennen de patiënt en zijn leven. Bij mijn neef bijvoorbeeld wordt niet genoeg gekeken naar waaróm hij nog geen contact maakt. Als je daarbij alleen maar het idee hebt: hij komt uit een wij-cultuur, dan ga je uit van vooroordelen.’ Ze ziet verschillende mogelijkheden professionals de kans te bieden om breder te gaan kijken: ‘Er zouden workshops georganiseerd kunnen worden met mensen uit allerlei culturen om de kennis over andere culturen uit te breiden. En dan zo dat die kennis ook kan worden toegepast. Zet bijvoorbeeld iemand als Jetty Mathurin voor een groep. Als comédienne kan zij op een heel humoristische manier inzoomen op hoe je met culturele verschillen kunt omgaan. Of een scherpe vrouw als Marian Markelo, een wintipriesteres en docent. Patiënten en hun naasten kunnen hier ook een bijdrage aan leveren. Er zijn verschillende vormen te bedenken. Ga gewoon een keer in een Antilliaans restaurant eten, of een keer naar Keti Koti kijken’, voegt ze lachend toe, ‘dat is zomaar een idee.’
Mijn voorgeschiedenis en die van anderen hebben met elkaar te maken. Het is jouw geschiedenis, mijn geschiedenis, ónze geschiedenis.
Investeren in elkaar
Ze is blij dat ze binnen de NBR herkenning vindt voor haar verhaal: ‘Ik voel me er welkom. Er zijn meer familieleden, een moeder, een echtgenoot, een vriendin van een patiënt met tbs … Want ik merk dat naasten zich schamen. Wij hebben ook het gevoel gehad dat we als familie faalden. Het is erg wat onze naasten hebben gedaan. Ze zijn voor de rechter gekomen, maar ik hoop dat de maatschappij gaat inzien dat het mensen zijn. Wat ik vooral hoop is dat men gaat zien dat het vroeger begint, zodat er eerder hulp is. We moeten investeren in elkaar en elkaars verhalen beter leren kennen. Het is jouw geschiedenis, mijn geschiedenis, ónze geschiedenis. Het speelt in ieders leven een rol. Mijn voorgeschiedenis en die van anderen hebben met elkaar te maken. Het is een manier van naar mensen kijken en als je in het dagelijks leven niet met mensen uit andere culturen omgaat, dan kun je je niet voorstellen wat die ervaren. We zijn een multiculturele samenleving. Laten we leren inzien wat we met elkaar doen.’