triangle
Mijn leven is 180 graden veranderd dankzij tbs
Verhalen / Fivoor algemeen

Mijn leven is 180 graden veranderd dankzij tbs

Frank Agter

medewerker reclassering

Bart

ervaringswerker

Tbs heeft een slechte naam, vertelt Frank Agter, vooral ook omdat er veel onbekend is over deze intensieve behandeling. Want cliënten met tbs doorlopen een traject van jaren voordat zij volledig terugkeren in het gewone leven. Forensische klinieken en reclasseringstoezicht spelen daarin een belangrijke rol. Daar kunnen cliënten zich stap voor stap voorbereiden op hun terugkeer na de periode die ze in detentie en in de klinieken hebben doorgebracht: ‘Die stap naar vrijheid is heel groot’, weet Frank.

Sinds 2008 werkt Frank als medewerker reclassering: ‘Het leuke van werken in de tbs is dat je het hele traject meemaakt. Ieder mens is anders, elk traject is anders en sommige cliënten begeleid je echt vele jaren. Dan zie je ze groeien. Je hebt ook een relevant doel, of twee eigenlijk: de cliënt helpen én de maatschappij beveiligen. Dat is wel eens ondankbaar, want als het een keer misgaat wordt dat uitvergroot, maar over de keren dat het goed gaat horen mensen vaak niets. En er zijn veel cliënten waar ik trots op ben.’ Als medewerker reclassering werkt hij met cliënten die door de rechter zijn veroordeeld tot tbs met dwangverpleging of tbs met voorwaarden. ‘Dan moet een cliënt zich houden aan een lijst van soms wel vijftien voorwaarden. Dat varieert van meewerken aan je behandeling en je houden aan de regels, tot wie er inzicht heeft in je financiën. Reclassering kijkt met je mee of dat lukt. Als je je niet aan de voorwaarden houdt kun je alsnog tbs met dwangverpleging krijgen’, legt Frank uit.

Een onverwachte wereld

Bart werd veroordeeld tot tbs met voorwaarden en opgenomen op een FPA, het reclasseringstoezicht was in handen van Fivoor. Hij herinnert zich nog goed het moment dat hij de gesloten kliniek binnenkwam: ‘Je komt in een wereld waar je geen voorstelling van hebt. Als ik eraan terugdenk moet ik erom lachen, want ik verwachtte dat ik in een ziekenhuis zou komen. Dat was wat een kliniek was in mijn hoofd. En dan kom je in toch een best sociale omgeving. Het oogde eigenlijk best relaxt. Wat ik me ook herinner was dat ik echt overprikkeld was en dacht: wat is dit allemaal? Het was een wereld die ik totaal niet had kunnen inschatten.’ Gelukkig kreeg hij de tijd om te acclimatiseren voordat de therapieën begonnen, maar daarmee was het nog geen gelopen race. Frank vult aan: ‘Het hoort erbij dat het met vallen en opstaan gaat. In het normale leven heb je soms ook mindere perioden. Maar op een gegeven moment ging het niet zo goed met Bart.’ Eigenlijk was Barts gedrag van dat moment een schreeuw om hulp: ‘Het ging gewoon niet lekker. Therapie is allemaal hartstikke leuk en aardig, totdat de waarheid onder mijn neus werd geduwd: ik heb gewoon grove fouten gemaakt. Ik was goed in vermijden. Dat heb ik mijn hele leven gedaan. En die waarheid … Ik kon alle omstandigheden uit het verleden erbij betrekken, anderen de schuld geven, maar dan moet je ineens ook naar jezelf gaan kijken, over jezelf nadenken. In therapie word je daarmee geconfronteerd en dan begint het moeilijk te worden. Want ik was niet gewend de dingen te zien zoals ze zijn.’

Weerstand overwinnen

Om Bart een nieuwe kans te bieden werd hij vanuit Noord-Holland overgeplaatst naar een FPK in Drenthe. Daar ging ‘de knop om’, zoals ze dat allebei omschrijven. Bart: ‘Ik moest daarvoor naar de rechter in Utrecht. Eerst werd gezegd: je kunt daar onder begeleiding met het openbaar vervoer naartoe. Daar keek ik echt naar uit. Maar in de weken daarvoor was ik boos geweest, verdrietig, stil. Ik was zo onpeilbaar dat ze uiteindelijk zeiden: je gaat met de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O)’. Hij schiet in de lach, ‘Wij noemden het Dienst Vertraging & Oponthoud. Want wat ze doen is: ze halen mensen op door het hele land.’ Voor hem betekende dat een 20-urige rit via Limburg naar Utrecht en weer terug. Tijdens die reis ziet hij buiten een paar fietsers langsrijden: ‘Ik dacht: dat had ik kunnen zijn. Dus, als ik mijn gedrag verander en niet verwacht dat mijn omgeving verandert, gaan mensen mij anders behandelen. Al die uren heb ik nagedacht over of dat zou kloppen. Toen ik uitstapte had ik besloten er tegen niemand iets over te zeggen, maar uit te proberen of het werkte. Dus ik bedankte de chauffeurs voor de snelle rit. Er ontstond meteen een gesprekje. Na een week riepen de verpleging en de sociotherapeuten mij bij zich: “We merken iets aan je. Is er iets veranderd?” Vanaf dat moment is het snel gegaan. Ook de therapieën uit het verleden begonnen ineens aan te slaan. Weet je, het is eigenlijk weerstand tegen iets nieuws aangaan, want dat is oncomfortabel.’ Dat is ook goed, vult Frank aan: ‘Wanneer iemand alleen maar ja en amen zegt dan begint het voor ons juist. Er is altijd meer aan de hand. Een beetje tegengas geeft inzicht.’

Er zijn twee vormen van tbs: tbs met dwangverpleging en tbs met voorwaarden. Mensen die tbs met voorwaarden opgelegd hebben gekregen hoeven niet verplicht in een tbs-kliniek te verblijven. Zij moeten zich wel aan bepaalde voorwaarden houden, zoals een bepaalde periode geen drugs of alcohol gebruiken, zich psychiatrisch laten behandelen in een FPK of FPA en/of zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden.

Een sprong in het diepe

Het ging steeds beter met Bart, waardoor hij na anderhalf jaar terugging naar de FPA. Dat het zo lang duurde is niet voor niets, geeft Frank aan: ‘We zijn heel voorzichtig, ook in het belang van de cliënt. Ze kunnen onder stressvolle omstandigheden makkelijker terugvallen in oude patronen en je moet je wel aan de voorwaarden blijven houden. Dus ze hebben veel te verliezen. Maar op een gegeven moment was Bart zover dat hij eerst beschermd ging wonen en later een eigen woning kreeg.’ Bart: ‘Dat alles stapsgewijs werd uitgebreid was heel belangrijk. In het begin wilde ik ook niet meer uit de kliniek weg.’ Maar zijn eigen woning toegewezen krijgen voelde als een sprong in het diepe nemen. ‘Je krijgt steeds meer vrijheden, wordt op je resocialisatie voorbereid en dan in een keer krijg je een woning. Dat was echt een stap. De buitenwereld was sneller geworden, je moet alles min of meer zelf gaan regelen. De stiltes waren ook zo luid! Door de therapie krijg je ook te maken met emoties die je lang niet gevoeld hebt: angst, schaamte. Ik herinner me dat ik naar de Albert Heijn liep en dacht: ik vind dit eng. Mijn vangnet is weg.’ Hoe houd je jezelf dan toch bij elkaar? ‘Daar heb je mensen als Frank voor’, zegt Bart overtuigd.

Gewoon jezelf zijn

Alles bij elkaar hebben zijn behandeling en het reclasseringstoezicht zijn leven 180 graden veranderd, vindt hij: ‘Het is beter nu, echter. Ik sta midden in het leven, heb meer zelfvertrouwen, meer kijk op mezelf en ik heb er een leuke baan aan overgehouden.’ Want inmiddels is Bart als ervaringswerker actief in een kliniek. ‘Ik heb verschillende cursussen gevolgd. Na afloop van de laatste werd aan mij gevraagd of ik iets voor de opleiding kon betekenen. Het heeft mij ontzettend geholpen om zelf cursussen te gaan geven en groepen te begeleiden. Ik heb gemerkt: ik kan gewoon mezelf zijn.’ In zijn werk én in zijn privéleven ontdekt Bart nog steeds dingen die hij in de therapieën meekreeg en die hem helpen. Daarom vindt hij het ook belangrijk om zijn verhaal te delen, vertelt hij: ‘Het is voor mij nu ook helderder, zodat ik erover kan praten.’ Het levert hem begrip op: ‘Als mensen in plaats van dat ze iets in de krant lezen naar mijn verhaal luisteren, zien en horen ze ineens een mens. Ik wil niet goedpraten wat ik gedaan heb. Niemand wordt ’s morgens wakker van: weet je, ik ga tbs-patiënt worden, als een soort toekomstplan. Er gebeurt iets waardoor de fundering scheef groeit. Er zijn veel stigma’s, maar er gebeuren zoveel mooie dingen in die klinieken. Je hoort alleen maar de lelijke verhalen. Dat vind ik jammer.’ Frank is het daarmee eens: ‘Je kunt niet zien wie een tbs’er is en wie niet. Ik ben samen met Bart naar een hogeschool geweest om te vertellen over tbs. Bij binnenkomst zei de dame die ons ontving tegen Bart: “Oh, jij bent vast Frank”.’ Ze moeten er allebei nog om lachen. ‘Er zitten altijd verhalen achter,’ bedoelt hij, ‘Het kan ook misgaan met mij of een willekeurig ander persoon. Het zijn heel normale mensen.’