Hoe werkt de Levensloopaanpak nu precies? En wat is er überhaupt nodig om in een zorg- en veiligheidsregio met de aanpak te kunnen starten? Projectleider Elsa Doze is verantwoordelijk voor de uitrol van de Levensloopaanpak in zeven zorg- en veiligheidsregio's en daarmee dé aangewezen persoon om ons een kijkje achter de schermen te geven.
Het begint bij een besluit
Als ‘coördinerende levensloopaanbieder’ staat Fivoor aan de lat om de Levensloopaanpak in te voeren in de zorg- en veiligheidsregio’s. En dat gaat niet met één druk op de knop, of een mailtje met de nieuwe werkwijze naar alle netwerkpartners. Elsa: “Het begint bij een besluit. Het commitment. Van alle netwerkpartners van zorg- en veiligheidshuis (ZVH). Want je kunt de aanpak uiteindelijk alleen sámen tot een succes maken. En wát er dan precies nodig is in wélke samenwerking, kijk, dát moet je samen vormgeven.
Uiteraard hebben we vanuit Fivoor een inrichtingsdocument, maar in de praktijk blijkt er, en dat is logisch, nog veel overleg nodig om de samenwerking op het uitvoerende niveau goed te regelen. Bijvoorbeeld tussen de forensische levensloopcoördinator (casemanagement forensisch FACT) en de gemeentelijke casusregisseur. Of overleg over op- en afschalen in de zorg- en justitieketen. Als coördinator maken we per zorg- en veiligheidsregio hiervoor afspraken.”
Oké, we zijn gestart. En dan?
Elsa: “Vanaf dat moment kunnen personen worden geïncludeerd. Sommige zorg- en veiligheidshuizen hebben al een lijstje paraat met cliënten die in aanmerking komen voor de Levensloopaanpak. Die worden dan eerst besproken om gezamenlijk te bekijken of de levensloopaanpak bij die persoon passend is. Bij andere zorg- en veiligheidshuizen kunnen netwerkpartners daarnaast ook al nieuwe personen aanmelden.”
Wanneer een netwerkpartner een persoon aanmeldt, wordt eerst gezamenlijk bekeken of de persoon inderdaad in aanmerking komt voor de Levensloopaanpak. Elsa: “Dit beslissen de netwerkpartners (inclusief de netwerkpartner die de aanmelding doet) samen. Het zorg- en veiligheidshuis organiseert dan een ‘tafel’ en brengt alle netwerkpartners bijeen.”
“Bij een ‘ja’ ga je samen aan de slag: je werkt samen scenario’s uit voor die persoon en maakt een plan op alle levensgebieden. Je blijft samen langdurig bij de cliënt betrokken. Met name de gemeentelijke casusregisseur en het vast forensische FACT team vormen de kern bij deze continuïteit van begeleiding en zorg. Ook bij detentie of opname.”
En als de persoon niet in aanmerking kan komen voor de Levensloopaanpak?
Elsa: “Dat kan natuurlijk. Dat je samen tot die conclusie komt. In dat geval gooi je hem of haar niet weer ‘over de schutting’, maar formuleer je samen een advies voor andere mogelijkheden.”
En hoe wordt de persoon zelf betrokken?
Elsa: “De persoon (na inclusie: cliënt) staat centraal. Hij of zij, en zijn of haar naasten, worden zoveel mogelijk betrokken bij het opstellen van het plan. Daarnaast neemt de casusregisseur, indien mogelijk, contact op met de cliënt en, eventueel, met de naasten. Daarnaast werken we met ervaringsdeskundigen die ons adviseren in de communicatie met deze cliënten.”
Is de Levensloopaanpak het langverwachte ‘gouden ei’?
Nee, maar met de aanpak zorg je als netwerkpartners gezamenlijk voor meer stabiliteit en verbeterde levensomstandigheden (en dus meer kwaliteit van leven) voor de persoon en zijn of haar naasten. En daarmee vergroot je uiteindelijk ook de maatschappelijke veiligheid; de persoon zorgt dan (uiteindelijk) voor minder overlast of (kans op) gevaar. En dát betekent vervolgens minder maatschappelijke kosten voor gemeenten en netwerkpartners.
Kortom, we geloven écht in het potentiële succes van de Levensloopaanpak. Ook voor onze onderlinge samenwerking als netwerkpartners. Door vroegtijdig elkaars (on)mogelijkheden af te stemmen, vergroten we immers het begrip voor elkaar en bouwen we aan de expertise en bewustwording rondom deze doelgroep, om samen nog betere resultaten te kunnen behalen!”